Rijkswaterstaat meldt incidenten elektronisch bij LCM
Maandag 3 augustus 2020
Rijkswaterstaat stuurt sinds 7 juli 2020 elektronische incidentmeldingen naar het Landelijk Centraal Meldpunt ("LCM") van de Stichting IMN. Deze meldingen vervangen het tot op heden toegepaste telefonische berichtenverkeer. Het gaat om een proef die wordt uitgevoerd door de Verkeerscentrale Midden-Nederland. Dit is de "controlekamer" van Rijkswaterstaat die toezicht houdt op de rijkswegen in de provincie Utrecht en omgeving. De nieuwe procedure zal de inschakeling van een berger met ongeveer een minuut per melding versnellen.
Wout Buikema van de Verkeerscentrale Midden Nederland op 29 juli 2020 met in het derde scherm van rechts de applicatie voor het invoeren en verzenden van elektronische meldingen
Ongevallen en gevaarlijke pech op hoofdwegen worden op dit moment vrijwel altijd telefonisch aan het LCM doorgegeven. Het LCM ontvangt de meeste meldingen van incidenten op hoofdwegen uit drie bronnen: de vijf verkeerscentrales van Rijkswaterstaat, de tien operationele centra (meldkamers) van de politie en de alarmcentrale van de ANWB. De meldingen vinden plaats door het voeren van een, veelal zeer kort, telefoongesprek. In de meeste gevallen beperkt de door te geven informatie zich tot de locatie (hectometerpaal) en de aard van het incident: ongeval of pechverplaatsing.
Edwin Kiewik en Sanny van Haperen van SOS International verwerken op 29 juli 2020 een incidentmelding op het Landelijk Centraal Meldpunt van de Stichting IMN
Van de meldende partijen is Rijkswaterstaat de eerste die de stap heeft gezet om het meldproces te automatiseren. Meldingen worden op de verkeerscentrale gelogd en daarna met een druk op de knop als databericht aan het LCM gestuurd. Daar worden ze, eveneens automatisch, omgezet in een opdracht aan de berger. De berger ontvangt vervolgens een bericht op zijn smartphone of computer. Dit gebeurt met behulp van het Elektronisch Meldsysteem Incident Management dat in 2013 in gebruik werd genomen.
Peter Schuurmans van BCU voert op 29 juli 2020 een pechverplaatsing uit op de A2 tussen Amsterdam en Utrecht (A2 Li 55,2)
Voorlopig gaat het om een proef bij één van de vijf verkeerscentrales. In die proef moet een werkwijze worden ontwikkeld die waarborgt dat de berger in alle gevallen een bruikbare opdracht ontvangt. Het is bij sommige incidenten belangrijk dat de berger wordt geïnformeerd over bijzonderheden van de te verrichten berging. Het kan gaan om een nadere aanduiding van de plek waar het te bergen voertuig staat, zoals een linkervluchtstrook of de oprit van een pompstation. Als de berger die informatie niet heeft, is de kans groot dat hij het incident voorbij rijdt voordat hij ziet hoe hij de incidentlocatie kan bereiken. Bij kettingbotsingen kan het nodig zijn dat het LCM de berger vraagt om de inzet van meer dan één bergingsvoertuig. En als het te bergen voertuig in een sloot ligt of achter de vangrail, moet de berger dat weten zodat hij een voertuig met een kraan op pad kan sturen.
Elektronische meldingen zijn niet helemaal nieuw. Sinds begin 2019 werkt de Stichting IMN met het systeem voor de Elektronische Detectie van Ongevallen. Dit systeem identificeert incidenten door plotselinge vertragingen in het verkeer te analyseren. Deze incidenten worden elektronisch gedetecteerd en vervolgens elektronisch aan het LCM en vandaar aan de berger doorgegeven. EDO signaleert op dit moment ongeveer tien incidenten per dag. Het systeem krijgt nu een grote broer in de Verkeerscentrale Midden-Nederland die ongeveer veertig incidenten per dag aan het LCM meldt.