Solide instructie voor pechverplaatsingen

instructie voor pechverplaatsingen

Woensdag 25 september 2013
Pechvoertuigen die een gevaar opleveren voor het verkeer moeten van de weg af voordat pechhulp verleend kan worden. Dat is de strekking van de procedure die Rijkswaterstaat heeft vastgesteld voor de behandeling van pechmeldingen met personenvoertuigen. De procedure is niet nieuw, maar is uitgewerkt en vastgelegd in de zogenaamde Instructiekaart Pechmeldingen van Personenauto's (LCM). Op de instructiekaart wordt stap voor stap beschreven hoe medewerkers van verkeerscentrales en weginspecteurs moeten omgaan met pechgevallen op snelwegen en andere belangrijke verbindingen. In de komende maanden wordt in de verschillende Regio’s van Rijkswaterstaat aandacht besteed aan de instructiekaart. Suggesties van weginspecteurs, OVD’ers en wegverkeersleiders over de pechinstructies worden beoordeeld door het programmabureau IM en zo nodig verwerkt in de instructie. instructie voor pechverplaatsingen

De procedure schrijft voor dat de verkeerscentrale bij ontvangst van een pechmelding dient te beoordelen of het pechgeval gevaar oplevert voor het passerende verkeer. Het belangrijkste criterium is de afstand van het pechvoertuig tot de dichtstbijzijnde rijbaan. Bedraagt die afstand minder dan een meter dan is sprake van verkeersgevaar. Naast de afstand zijn er ook andere omstandigheden die tot dezelfde conclusie kunnen leiden.

Als de verkeersveiligheid inderdaad in het geding is, dan belt de verkeerscentrale het Landelijk Centraal Meldpunt ("LCM") van de Stichting IMN met de opdracht het pechvoertuig te laten afvoeren naar een veilige plaats. Het LCM schakelt vervolgens de in het betrokken rayon gecontracteerde IM-berger in. Als de verkeerscentrale geen gevaar constateert, wordt zo snel mogelijk een weginspecteur naar de plaats van de melding gestuurd. Deze dient ter plaatse vast te stellen of de situatie inderdaad veilig is.

Oordeelt de de weginspecteur dat het ter plaatse niet veilig is, dan volgt alsnog een opdracht aan het LCM voor uitvoering van een pechverplaatsing. Dit gebeurt ook als de verkeerscentrale vaststelt dat er geen weginspecteur beschikbaar is die binnen dertig minuten ter plaatse kan zijn. In dat geval krijgt het LCM opdracht om een berger te vragen met twee voertuigen uit te rukken: één voor het uitvoeren van de berging en één voor het beveiligen van de incidentlocatie.

Op de instructiekaart is expliciet vastgelegd dat ook bergingsbedrijven pechgevallen kunnen melden bij de verkeerscentrales. Daar worden deze meldingen op dezelfde manier behandeld als pechmeldingen van weginspecteurs, politie of ANWB.

SIMN - Mauritskade 5 - 2514 HC 's-Gravenhage - Tel 070 365 76 02 - Fax 070 30 600 52 -